Zo'n mooi woord: onderhuids. In mijn nieuwe werk hou ik me daar veel mee bezig: wat er zich allemaal onder je huid afspeelt waar je vaak zelf (nog) geen weet van hebt. Hoe vaak blijkt dan, dat ons lichaam daar dan allang wel weet van heeft. Iets glashelder aanvoelt, aan 'het water', in de onderbuik, in de vingers. En hoe belangrijk het daarom is om echt in je lichaam te leven, je héle lichaam.
Ik heb net een boek gelezen -
John Welwood: Toward a psychology of awakening - waar naar dat
bijzondere vermogen van je lijf (het spreekt in dit kader van onze
'bodymind') wordt verwezen met de term 'felt sense'. Dat is een term die
afkomstig is van de Amerikaanse filosoof (eigenlijk eerder: theoretisch
psycholoog) Eugene Gendlin. Felt sense staat voor een veel bredere -
'holistischer' - vorm van waarnemen, aanvoelen en verwerken dan we
toestaan in ons dagbewustzijn. Feitelijk gebruik je al fotograaf die
felt sense om je te laten raken door wat je ziet en die impuls
rechtstreeks om te zetten in de technische handeling van focus, kadreren
en afdrukken. En feitelijk werkt dit zo bij iedere vorm van kunst - en
bij kunstbeleving. Hoe werkt dit dan bij bodypainting - en het
fotograferen van bodypaints?
Om met het eerste te beginnen: het kunstwerk op de huid wordt ontworpen
en aangebracht door de bodypainting kunstenaar. Wat hier op de huid zit
zat eerst in het hoofd, hart en lichaam van de kunstenaar. Toch gaat dit
kunstwerk een amalgaam aan met de mens eronder: hij of zij brengt het
als het goed gaat 'tot leven'. Zijn of haar lichaamshouding,
lichaamsexpressie, oogopslap, spelen met zichzelf en het publiek, de
forograaf, dat maakt dat het kunstwerk echt tot leven komt. Het model
kruipt in de extra huid en deze verbindt zich met de eigen 'felt sense'.
Bij de een gaat dat beter, sterker, vloeiender, overtuigender dan bij de
ander. Net als bij acteurs: de een speelt het karakter nu eenmaal beter
dan de ander en maakt er een eigen, authentieke figuur van. En dan zegt
het 'Gesamtkunstwerk' opeens ook iets over de mens eronder.
Dan komt er nog een laagje bij: dat van de fotograaf. Natuurlijk kan je je camera op 'continuous' zetten en het model als met film in zijn of haar volledigheid vastleggen. En dan achteraf gaan selecteren en uitsnijden. Toch doe je dat niet, je wil jouw selectie a priori, je wil in het moment jouw kijk toevoegen. Hoeveel foto's je ook schiet en schieten moet (want de overdaad aan materiaal en de snelheid van de beweging maken gewoon dat je poer definitie heel veel mist), je gaat elke afdruk weer selectief en creatief te werk. Als een kleiduiverschutter die de bewegingen volgt, probeert te voorspellen, wacht op de juiste blik, de juiste houding. En ook veel 'laat lopen'. Zo hou ik niet van bepaalde typische modellenhoudingen die anderen juist erg aantrekkelijk vinden - en ga ik vaak voor de uitdrukking van verbazing, verwondering en verstilling. Ook zoek ik vervreemdende composities en beeldlijnen op. Tegelijk laat ik veel aan 'het toeval' over: geef mijn eigen felt-sens-sensor verbinding de vrije teugels om precies dat te doen dat past bij wat er in mij aangeraakt en uitgedrukt wil worden.
Dat vraagt in de fotograaf precies dat amalgaam van wat in het boek The Tao of Photography de verbinding tussen Great en Little Understanding wordt genoemd: de geautomatiseerde verbinding tussen creatieve visie (signatuur) en je technisch kunnen (en de camera). Dat technisch kunnen moet dan wel echt in je vingers zitten, zodanig dat je er niet teveel meer bij hoeft na te denken. Zodat je razendsnel je al in je geest een beeld vormt van wat je wil maken en dat even snel ook kunt realiseren. Dat gaat natuurlijk vaak mis, want zeker als een model volop beweegt dan ben je al vaak te laat. Vandaar dat beeld van de kleiduivenschieter: je moet intuïtief vóór de kleiduif uit mikken.
En dan de inhoud: de foto als 'platgeslagen' felt sense van de fotograaf. Deze foto is dan misschien wel exemplarisch. Ik zie iemand die diep verzonken was in haar binnenwereld - een binnenwereld die haar hele voorkomen tekent. Een wereld van fantasie, verbeelding, verwondering. En daar plotseling uit opkijkt, omkijkt. Niet verstoord, maar open, belangstellend, vanuit een innerlijke rust. En toch ook: zonder nadrukkelijke focus. Ze is nog steeds in haar binnenwereld, maar kijkt vanaf de drempel naar buiten, naar wat er zich daar aandient. Met haar hoofddeksel als praatballonnetje, als in een cartoon. Je ziet het niet op deze foto, maar haar hoed is getooid met een prachtig zeilschip van papier, met de wind vol in de zeilen. Varend over de zeeën van de verbeelding, naar vere einders. Toch zie je dat schip ook varen in haar blikken. Dat vind ik nou niet alleen een mooi beeld, maar ook een beeld dat mij past. Als een tweede huid.
Nikon D800, 70-300 mm f/4.5-5.6G IF-ED VR AF-S Nikkor -
320mm, 1/230 sec
bij f/6.3 en ISO 1600
Bewerking: Adobe Lightroom
|
08-2018 |
04-2018 |
03-2018 |
02-2018 |
11-2017
| 10-2017 |
09-2017 |
08-2017 |
05-2017 | 04-2017
| 03-2017
|
01-2017 |
|
12-2016 |
11-2016
| 10-2016
|
09-2016
| 08-2016
|
07-2016 | 06-2016 |