Bulgarije, we wilden het land al veel eerder
bezoeken, maar toen gooide corona roet in het eten. Toch één van grotere
onbekende landen nog in Europa, en de verhalen maakten ons nieuwsgierig.
Dus uiteindelijk moest het er toch van komen. Wat die verhalen betreft
werden we niet teleurgesteld. Er is uitgestrekte en ongerepte natuur,
met bossen, gebergten met elk zijn eigen karakter en een rijke fauna.
Zelden zoveel verschillende en zoveel vlinders gezien! Karakteristieke
dorpjes en echt oude steden, vol geschiedenis - maar ook de
nalatenschap van de communistische dictatuur. Er zijn prachtige kerken
en kloosters, maar vooral in het zuiden en zuidoosten ook moskeeën van de Turkse en Pomaakse minderheden te
vinden. Waar rust en sereniteit, devotie heerst. En niet te vergeten de
vriendelijke bevolking.
Orpheus, de Thracische zanger die vergeefs zijn geliefde Eurydice uit het dodenrijk poogde te bevrijden, waart nog overal rond. We waren op de rots waar hij geboren werd. We daalden af in de helse grot, waar hij haar vond en opnieuw verloor. En we voelden zijn aanwezigheid op alle plekken waar hij ooit heeft gezongen en gedicht: in de bergen, onder de watervallen, op de pleinen en straten van oude Thracische (ruïne-) steden als Perperikon, het Machu Pichu van Bulgarije.
God is alom vertegenwoordig in Bulgarije. Het land is bezaaid met prachtige kerken en klooster, elk weer voorzien van een overdaad aan fresco's en schilderijen en rituele voorwerpen. Zo brachten we de nacht door in het beroemde Rila klooster, waar ook de bakermat lag van het Cyrillische schrift. We bezochten echter ook het kleine, intieme en half vervallen Klooster van de Heilige Transfiguratie van God, naast de net als Rila indrukwekkende kloosters van Troyan en Bachkovo. Voor de foto's van het Rozhen klooster was helaas geen plek meer over ... Net als voor de schitterende kathedralen van de Bulgaars- en Russisch-orthodoxe kerk, of voor de enkele moskeeën die we bezochten.
Bulgaren zijn doorgaans niet alleen spirituele mensen met een grote liefde voor hun cultuur (daar hebben ze zelfs een nationale feestdag voor, de Dag van de Slavische Cultuur op 24 mei, waar wij natuurlijk aan meededen). Ze zijn ook bijzonder vriendelijk en gehecht aan hun tradities, waarvan gastvrijheid een van de belangrijkste is. De bevolking heeft grote veranderingen doorgemaakt sinds de instorting van het communistische regime in 1989. Dat zie je óók aan de mensen. Er is armoede naast moderniteit. En helaas is de overheid niet echt mee veranderd, er is nog steeds veel vriendjespolitiek en corruptie. De bevolking heeft het vertrouwen in politiek en overheid zo goed als opgegeven, leeft er zoveel mogelijk 'omheen'.
Thuis voor de Bulgaren is het geboortedorp of stad. Ook als je in Sofia woont of in het buitenland: als je je echt vrij en vertrouwd wil voelen, zoals in het weekend, dan ga je naar je oude vertrouwde omgeving, waar je liefst een tweede huis hebt. Zoals in Plovdiv, de oudste stad van Europa met een geschiedenis die ouder is dan Rome en Athene. Die geschiedenis ligt overal vlak onder het plaveisel (letterlijk), maar je ziet het ook om je heen. Ook bied ik je foto's van Koprivshtitsa, het dorp waar in de 19e de eerste opstand tegen de Ottomanen plaatsvond. En zo maar wat beelden van karakteristieke bergdorpjes. Ook hier moest ik werkelijk teveel achterhouden ... Van Sofia bijvoorbeeld.
Zjivkov's erfenis tenslotte is nog overal te zien. Veel armere Bulgaren leven nog steeds in de lelijke blokkendozen die na de oorlog overal het landschap ontsieren. Daarvan getuigen de woonkazernes in Lovetsj, als voorbeeld. Ook vind je overal vervallen fabrieken, vaak fabrieken die nauwelijks rendabel waren en dus na de val van de muur al gauw gesloten werden. Tot slot bezochten we ook het laatste monument van Zjivkov, het Buzludzha Monument (1981). Gebouwd als kers op de taart van de dictatuur van het proletariaat, bovenop een 1400 meter hoge berg in het Balkangebergte, was het bedoeld als auditorium en vergadercentrum. Ook het plein ervoor werden allerlei festiviteiten gehouden. Van binnen was het rijk gedecoreerd. Het heeft echter niet lang mogen duren. Na de val van het communisme werd het aan de elementen overgeleverd en vanaf het begin van deze eeuw, vanuit een verlangen om het verleden liefst uit te wissen ('forget the past' werd erop gekalkt), geplunderd en vernield, en tenslotte dichtgemetseld. Nu wil men er toch weer een museum van maken en het weer herstellen, inclusief de vernielde (510 vierkante meter aan) mozaïeken die het eens sierden (ter meerdere eer en glorie van de partij en de arbeidersklasse).