Och Madeira, oh eilandgevoel, het doet me zoveel. Even lijkt de wereld klein en veilig, overzichtelijk en ingetogen. Als een cirkel, alles is even rond. Als vanzelf gaat je aandacht naar binnen. Hier vindt de dagdromer en de kluizenaar zijn natuurlijke habitat. De wandelaar zijn schaduw. En toch, of juist, komen mensen nader tot elkaar - ook jij en ik - en is de verbondenheid met de natuur intens. Mij overvalt heimwee. Naar waar ik eigenlijk hoor. Naar waar mijn liefde is.
Ik ben geen eiland, zei de man.
Ik ben de zee - verdicht tot een
gedicht,
van huid en haar, van rotsen vol met bloemen.
Of toch een
schaduw licht, geworpen door de wolken.
Drijvend in de blauwe lucht
als verre bergetoppen.
Door mij stroomt dezelfde stroom
Als
door alles wat er zijn kan heen,
Zo voel ik mij gedragen.
Zo
ben ik hier, en daar en ook in jou,
En jij in mij, mijn binnenzee en
zon.
Aan mijn strand, daar laat ik jou,
Delen in de golfslag van
mijn hart.
Want in het rijzen van mijn borst,
Daar ebt en
vloedt ook net zo goed
Jouw reikend liefdestij, jouw bloed.