Het naakte bestaan, de pure smaken, het vege lijf, het leven precies zoals het is: ongekunsteld. Of het nu de kleuren zijn, die contrasteren, zeker, maar tegelijk zo passen bij elkaar. Geschilderd haast. Of neem de lome witte koeien in de wei, zo kalm maar ook zo vriendelijk-nieuwsgierig. Of die knalrode boerenkar, hoe achteloos die tegen de kasteelmuur aan is gezet. De auto die al in geen jaren van zijn plaats geweest is. Het landhuis met zijn verweerde deuren en kozijnen, het vingerhoedskruid voor de bladderende staldeur. De golvende heuvels, de verstilde dorpjes. Het blozen in de zon, het blossen van de regen. De tinten en zelfs de namen van deze landstreken: Morvan, Brenne, Corrèze - ze vloeien in de mond als zacht-warme rode wijn.
Zo weinig om het lijf, zo niet bijzonder dat het juist weer
zo bijzonder is. Uit eenvoud. Zo jij en ik. Ik hou ervan. Waarom zouden
we verder rijden?