Twee jaar woedde de pandemie - en nog is het
misschien niet over. Opeens ging het leven op slot, leed ik onder de
afstand die tussen mensen gekomen was. Die mij afsneed. Geleidelijk vond
ik een weg om toch met elkaar te zijn. Wandelend in de duinen, struinen
en schelpjes zoekend langs de zee - dichtbij kwamen we zo dichterbij en
dichterbij, steeds dichter tot elkaar. Soms leken even de sporen in het
zand te
vervagen - dan gingen we onze gangen na, sleten de paden dieper in als
nooit tevoren. Zo hervonden we elkaar en onszelf steeds weer, steeds
dieper.
Liefst lag ik in het duinzand,
Dat van mijlenver naar hier
Verstoven is, kuiltjes makend
Met jouw zachte lijf dat dan
Zo
zacht het zand is ingedrukt
Onder mijn gedroomde kussen.
Dat een
kussen van schaduw en
Licht gevormd, rond rondingen
Als duintjes
in het duin, mijn lief,
Als duintjes in het duin.