Afgelopen maand nam ik deel aan een driedaagse workshop in het kader van mijn Basisjaar Zijnsoriëntatie - in de omgeving van Winterswijk. De ochtend van de laatste dag begon met een wandelmeditatie naar en rond de vijver: met volle aandacht langzaam stapjes zetten en volledig daar zijn waar ik was en hoe ik daarin was.
In de Japanse Zen-traditie heet die mentale staat
‘mushin’, no-mindness: alert maar zonder focus, met een lege
ontvankelijke geest. Het is een mentale staat die ik wel vaker opzoek
als ik ergens helemaal wil zijn, alleen op wil gaan in mijn omgeving, en
vooral: als ik helemaal op mijzelf vanuit mijn hart fotografeer. Dankzij
mijn huidige psychische gesteldheid is zo'n manier van zijn en waarnemen
ook makkelijker bereikbaar dan voorheen, en daarbij werkt zij voor mij
als een prettige geestverruimende roes, mits de omgeving natuurlijk wel
verstild en rustig is: een bewustzijn waarin alles rechtstreeks
binnenkomt, zonder focus, zonder filters - alles steeds weer nieuw en
even (on)belangrijk is.
Zo ook toen, rond die vijver. Ik
ervoer het als een streling voor de ziel om stap voor stap, rustig
ademend, de wind langs je lijf te voelen, de ochtendzon op je huid, en
alle dingen zo heerlijk langzaam te zien bewegen om mij en elkaar heen
als in een film, uiteen wijkend om mij door te laten enachter mij weer
samen te vouwen. Hoe hoge grashalmen, met fijne spinnenrag ertussen,
vanuit mijn perspectief in de diepte om elkaar draaiden, zacht elkanders
aura strelend - en zo ook mij en mijn energieveld beroerend - om dan
weer uit mijn blikveld te verdwijnen alsof ze er nooit zijn geweest,
ruimte makend voor andere dingen, planten, insecten, boomtakken en
wolkpartijen die in mijn blikveld opdoemden. Hoeveel meer je dan ziet en
voelt en ruikt - een ruimtelijkheid in alle zintuiglijke dimensies die
denkbaar zijn.
Zo kwam ik na pakweg dertig meter bij de vijver aan, aan wiens oever ik een tijdje bleef staan. De vijver was - net als ik nu - overhangen door een majestueuze treurwilg. Hieronder was het donker. Licht kwam van de andere oever, tussen en onder de in het water afhangende takken en bladeren door. Door de spiegelingen leken het poorten van licht. En van boven, vanuit die beschutting van het takkengewelf, vielen druppels water naar beneden, heel rustig en spaarzaam neervallend in het spiegelende water, traag uitdijende kringen makend, in elkaar overvloeiend en wegstervend. Steeds weer vielen tranen van de boom, troostend vallend in het water - het voelde bijna fysiek, quasi tintelend op de huid van mijn geestelijke lichaam, telkens als zo’n druppel neerviel.
In dat moment maakte ik deze foto - voor de verandering met mijn smartphone, omdat ik hem onmiddellijk en vanuit deze staat wilde delen -, ook al is deze ervaring moeilijk vast te leggen in een beeld: omdat het zo subtiel is, omdat het zo ruimtelijk en zo kinesthetisch is. Het vraagt bij het bekijken stilte en volledige aandacht - en eigenlijk een enorme afdruk - om die beleving er weer uit te halen. Als je goed kijkt zie je dan de druppels vallen - en voel je een zuchtje wind, een druppel langs je wangen. Een moment van satori - een blijk van Zijn.
Het lijkt een simpele registratie van iets dat
niet te registeren valt. En toch - ik maakte kort daarna de foto over
met mijn spiegelreflex, en die was technisch misschien veel beter, maar
inhoudelijk geen vergelijk. Het moment van betovering kon ik er niet
meer in leggen. De dynamiek van het takkenspel was weg, de magie van het
licht anders. Herakleitos had wederom gelijk: je kunt niet twee keer
afdalen in dezelfde rivier. En er bestaat wel degelijk iets als de magie
van het bezielde moment.
iPhone 5s, 41mm, 1/50 sec bij f/2.2 - bewerking: Adobe Lightroom
|
08-2018 |
04-2018 |
03-2018 |
02-2018 |
11-2017
| 10-2017 |
09-2017 |
08-2017 |
05-2017 | 04-2017
| 03-2017
|
01-2017 |
|
12-2016 |
11-2016
| 10-2016
|
09-2016
| 08-2016
|
07-2016 | 06-2016 |